Wil je zelf aanvullend pensioen opbouwen voor naast je AOW en eventueel werkgeverspensioen? Dan kun je fiscaalvriendelijk een lijfrente opbouwen. Dit doe je via een verzekeraar op een lijfrentepolis of via bank met een lijfrentespaarrekening. Maar hoe werkt dat nu precies?
Lijfrente opbouwen met banksparen
Lijfrente opbouwen via lijfrentespaarrekening, ook wel banksparen genoemd, betekent dat je letterlijk spaart voor een aanvulling op je pensioen. Je legt eenmalig of periodiek een bedrag in dat op de rekening blijft staan totdat je met pensioen gaat. Tijdens deze periode mag je het geld niet opnemen. Over het gespaarde saldo keert de bank elk jaar rente uit. De rente schrijft de bank bij op je lijfrentespaarrekening. Zo groeit het saldo tot aan je pensioen door, ook als je geen geld meer inlegt.
Naast de spaarvariant van banksparen bestaat er een beleggingsvariant. Dit houdt in dat het geld wordt belegd in plaats van gespaard. Door de risicofactor van het beleggen kan deze variant tot verlies leiden, maar tegelijk is er een kans op een hoger rendement dan op een spaarrekening. Vaak kun je ook kiezen voor een combinatie van sparen en beleggen.
Lijfrente opbouwen met een lijfrenteverzekering
Een andere manier om lijfrente op te bouwen is de lijfrentepolis bij een verzekeraar. Het verschil met banksparen is dat je bij een lijfrenteverzekering premies betaalt. Dit kan periodiek, maar je mag ook eenmalig een groot bedrag (koopsom) inleggen. Net als bij banksparen bestaat er een beleggingsvariant of een combinatiepolis.
Ook de verzekeraar vergoedt rente over de premies die je stort, waardoor het saldo groeit. Deze rente is echter afhankelijk van de opbrengsten uit beleggingen. Dat komt omdat veel verzekeraars werken met winstdeling. Naast deze vorm van rendement bieden veel verzekeraars de mogelijkheid om te kiezen voor een (gedeeltelijk) gegarandeerd rendement.
Lijfrente opbouw en belasting
Lijfrente opbouwen is populair, omdat je profiteert van belastingvoordelen. Je moet dan wel jaarruimte of reserveringsruimte hebben. Dit betekent dat je via je werkgever geen of te weinig pensioen opbouwt en je dus ruimte over hebt die je zelf in kunt vullen. Jaarruimte betekent dat je een jaar lang te weinig pensioen opbouwt en reserveringsruimte beslaat de jaarruimte van de afgelopen 7 jaar. Op de website van de Belastingdienst bereken je of je reserveringsruimte hebt.
Het belastingvoordeel houdt in dat je geen inkomstenbelasting betaalt over de inleg in een lijfrentepolis of op een bankspaarrekening. Leg je bijvoorbeeld 1.000 euro in binnen de jaar- en/of reserveringsruimte, dan mag je dit bedrag van je belastbaar inkomen aftrekken. Zo betaal je dus over een lager inkomen belasting. Maar omdat je de belasting al afdraagt uit je brutoloon komt dit voordeel er op neer dat je dit belastingvoordeel terugkrijgt van de Belastingdienst. Daarnaast betaal je geen vermogensrendementsheffing in box 3 over het saldo.
Op het moment dat je pensioen ingaat en de lijfrente komt tot uitkering, betaal je wel inkomstenbelasting over de uitkeringen. Maar omdat gepensioneerden een lager tarief betalen in box 1, betaal je minder belasting dan wanneer je dit in de opbouwfase zou betalen.
Lijfrente en uitkering
Zodra je met pensioen gaat starten de uitkeringen. Je mag deze via de bank of verzekeraar uit de opbouwfase laten lopen, maar je mag ook overstappen naar een andere partij. Houd er wel rekening mee dat deze overstap extra kosten met zich meebrengt. De uitkeringen vinden periodiek plaats, bijvoorbeeld per maand, kwartaal of jaar. De termijn en de hoogte van de uitkeringen hangen af van het bedrag dat je hebt opgebouwd. Meer informatie hierover lees je in het artikel ‘Uitkering lijfrente’.