Sparen voor een aanvullend pensioen kan op verschillende manieren. Een populaire manier is het openen van een pensioenrekening, ofwel een bankspaarrekening voor het pensioen.
Wat is een pensioenrekening?
Banksparen met een pensioenrekening bestaat uit twee fases, namelijk een opbouwfase en een uitkeringsfase. In de opbouwfase open je een bankspaarrekening waarop je tot je pensioen spaart. Je mag eenmalig een groot bedrag inleggen of je spaart in termijnen. In deze fase mag je het geld niet opnemen. Doe je dit wel, dan betaal je een flinke boete.
De uitkeringsfase gaat in op het moment dat je met pensioen gaat, maar in elk geval voor je 70e verjaardag. De bank keert vanaf dat moment het gespaarde bedrag in termijnen uit. Meestal moet je de uitkeringen spreiden over 5 tot 20 jaar.
Mocht je komen te overlijden voordat het gespaarde geld helemaal is uitgekeerd, dan gaat het geld naar je nabestaanden. Maar tegelijk bestaat het risico dat je langer leeft dan de uitkeringsperiode, want de uitkering stopt op de afgesproken datum. Je opgebouwde kapitaal is dan op en je ontvangt dus geen aanvulling meer op je pensioen.
Pensioenrekening openen
Net als bij andere spaarvormen bestaan er grote verschillen tussen de verschillende pensioenrekeningen. Niet alleen de rente, maar ook de voorwaarden en de kosten bepalen hoe aantrekkelijk een bepaalde pensioenrekening is. De kosten van banksparen verschillen per aanbieder en kunnen het rendement flink drukken. Denk bijvoorbeeld aan afsluitkosten en advieskosten, maar ook aan kosten voor wijzigingen en de kosten die je per uitkering na je pensioen betaalt.
Daarnaast bestaan er verschillende soorten pensioenrekeningen, namelijk een spaarvariant, een beleggingsvariant en een combinatie hiervan. Bij de beleggingsvariant is het rendement mogelijk hoger dan bij de spaarvariant, maar het risico om geld te verliezen is ook groter.
Als alternatief voor de pensioenrekening kun je eventueel kiezen voor een lijfrentepolis bij een verzekeraar. Naast de pensioenrekening kun je kiezen voor een lijfrentepolis bij een verzekeraar. Zowel met de pensioenrekening als met de lijfrentepolis bouw je een aanvullend pensioen op, maar er bestaan verschillen. Zo kun je een lijfrentepolis niet ‘overleven’, want je krijgt de uitkering zolang je leeft. Andersom keert een verzekeraar het overgebleven bedrag niet uit aan je nabestaanden als je komt te overlijden voordat het gespaarde bedrag helemaal is uitgekeerd. Hiervoor kun je wel een verzekering afsluiten.
Pensioen rekening en fiscaal voordeel
De pensioenrekening levert fiscale voordelen op, mits je jaarruimte of reserveringsruimte hebt. Jaarruimte wil zeggen dat je in een bepaald jaar geen of onvoldoende pensioen opbouwt bij je werkgever. Geldt dit voor meerdere jaren? Dan heb je ook reserveringsruimte. Binnen de reserveringsruimte kun je voor de afgelopen 7 jaar fiscaal voordelig sparen.
Deze fiscale voordelen houden in dat je geen inkomstenbelasting betaalt over het geld dat je op de pensioenrekening zet. Pas als de uitkeringsfase ingaat, betaal je per uitkering de inkomstenbelasting. Maar de inkomstenbelasting voor gepensioneerden ligt iets lager dan de inkomstenbelasting van werkenden. Bovendien hoef je geen vermogensrendementsheffing in box 3 te betalen over het saldo op de pensioenrekening.
De voordelen en nadelen van de pensioenrekening
De pensioenrekening kent een aantal voor- en nadelen als spaarvorm op zich en in vergelijking tot een lijfrentepolis bij een verzekeraar.
Voordelen
- Je spaart fiscaal voordelig voor een aanvullend pensioen
- De pensioenrekening valt onder het depositogarantiestelsel
- Bij overlijden keert de bank het resterende bedrag uit aan je nabestaanden
Nadelen
- Je bent verplicht het geld te gebruiken voor je pensioen
- Je kunt de uitkeringstermijn ‘overleven’.